VLEES

Papegaaien zijn geen roofdieren. Vlees hoort niet thuis in hun voeding. Het toevallig eten van een insect of een kevertje in de natuur, mag geen gids zijn om vlees te voeren aan papegaaien in gevangenschap.

Sommige kwekers geven vb. gekookte kippennekken om hun vogels te stimuleren in het broedseizoen.

Sommige huisdieren feesten met de vleesrestjes van hun eigenaars. Vlees is voor papegaaien moeilijk te verteren. Teveel opname van eiwitten kan ernstige verstoring van het metabolisme veroorzaken en de lever of de nieren vernietigen. Daarom, op langere termijn, gaan papegaaien eerder schade dan voordeel ondervinden van het eten van vlees.

De Kea (nestor notabilis) is hierop een grote uitzondering. Hij heeft een totaal andere levensstijl dan de meeste papegaaien. Deze soort leeft in de koudere streken van Nieuw-Zeeland. We weten dat hij in de natuur kleine dieren eet en ook de nesten van andere vogels leeg rooft. De gewone papegaaien zijn echter plant-eters.

DIEET VAN EEN EDEL PAPEGAAI     

Door Eclectus Ark – vertaald door L.K.

                                              

WAT MAG JE NOOIT GEVEN AAN EEN EDEL PAPEGAAI?

1) Geef nooit gekleurde pellets. De kleurstoffen in deze pellets zijn uitzonderlijk hoog irritant voor edelpapegaaien.
Het is bekend dat vogels die gehouden worden op een dieet van gekleurde pellets hun eigen vlees gaan kauwen.
(Boek: Chemical Dyes and Our Birds’ Health door Alicia McWatters)

2) Geef nooit vitaminen aan een edel papegaai, behalve indien door een vogelarts met een test vastgesteld werd dat er een gebrek is aan een specifieke vitamine. De beste oplossing is een samenstelling van gevarieerd voedsel, waar de vitaminen in een natuurlijke vorm voorkomen. Toevoegen van vitaminen in de dagelijkse voeding gaat dikwijls leiden tot spiersamentrekkingen, beter gekend als “toe tapping” en “wing flipping”.
Dit is het resultaat van kunstmatige vitamine A, die niet gemakkelijk verdwijnt uit het systeem van de edelpapegaai en hierdoor als effect heeft dat er uit het bloed geen calcium meer kan opgenomen worden in de spieren.

3) Geef geen eivoer aan een edel papegaai.In de natuur zullen ze nooit eieren eten, behalve een pop op het nest, die soms de eierschaal van de geboren jongen gaat opeten of zelfs niet-bevruchte eieren. Autopsierapporten hebben aangetoond dat, indien we gekookte kippeneieren gaan voeren, jonge vogels makkelijk kunnen sterven door een plakophoping in de aders. De eigenaars van deze vogels hebben toegegeven dat zij, soms tot driemaal per week, eigeel voerden aan hun vogels.
(Boek:  Dr. Paul Welch, described necropsy of parrot fed eggs every week)

4) Geef nooit een éénzijdige voeding, die alleen maar uit pellets bestaat.Plantaardige vezels en ruwvoer zijn zeer belangrijke onderdelen van het dieet van een edel papegaai. Recent onderzoek heeft aangetoond dat fruit en vezels zeer belangrijk zijn.
(Dr. Rob Marshall's presentation at International Conference on Avian Herpetological and Exotic mammal medicine ICARE in Venice, Italy, in March, 2017)

5) Geef nooit pasta, brood of gelijkaardig geproduceerde voeding aan een edel papegaai.Dit kan ernstige problemen geven in het metabolisme van de vogel. Wat goed is voor andere papegaaien-soorten is niet goed voor een edel papegaai. Hun spijsverteringssysteem is zo lang dat het alle ingrediënten van alle voedsel eruit haalt, ook de schadelijke.

 

VERKEERDE VOEDING BIJ LORIES 

Door Jordan Daniel – vertaald door L.K.

Wat verkeerde voeding teweegbrengt bij lori’s

Er circuleert nog altijd veel foutieve informatie over lori’s, vooral op sociale media. Als kweker van deze bijzondere vogels, en samen met anderen die al ervaring hebben sinds de eerste importlori’s, willen we een duidelijke waarschuwing meegeven: als je niet de juiste voeding kunt geven aan lori’s, hou er dan geen. Deze vogels zijn prachtig, intelligent en actief, maar hebben specifieke noden. Fout gevoede lori’s leven kort, en lijden onderweg vaak veel.

Over de laatste tien jaar hebben we helaas talloze voorbeelden gezien van lori’s die een verkeerd of arm dieet kregen. Veel van die vogels vertoonden ernstige gezondheidsproblemen: een slecht of dof verenkleed, misvormde of verkleurde bek, ontstoken buik, jicht, gebroken veerschachten of zelfs uitwendige misvormingen. Sommige dieren waren zichtbaar ziek of verzwakt, anderen stierven vroegtijdig. Dit gebeurt niet alleen bij particuliere liefhebbers, maar ook bij kwekers die zonder juiste informatie aan lori’s beginnen.

Een belangrijk deel van het probleem ligt bij misleidende voeding. Er is tegenwoordig een ruim aanbod aan producten die zich specifiek richten op lori’s, vaak in de vorm van droge poeders of pellets. Deze producten worden regelmatig gepromoot als “volledige voeding”, met het argument dat ze minder vuil zouden veroorzaken en makkelijker te hanteren zijn. Sommige fabrikanten beweren zelfs dat hun product ontwikkeld is op basis van onderzoek naar lori’s uit de blauwe bergen. Maar dit soort voedingen bevat vaak kunstmatige suikers, kleurstoffen en vullers die niet geschikt zijn voor lori’s — vooral niet voor de gevoelige soorten.

Lori’s zijn nectar-etende papegaaien. Ze halen hun energie uit vloeibare, natuurlijke nectar. Hoewel de lori’s van de blauwe bergen iets beter omgaan met droge voeding of pellets, geldt dat niet voor soorten zoals de Stella’s, blauwkroontjes, viooltjeslori’s, muskuslori’s en geelkopjes. Zelfs bij soorten die dit type voedsel kunnen verdragen, moet er altijd voldoende water beschikbaar zijn om de vertering te ondersteunen. Zonder dat water ontstaan er geleidelijk interne problemen die leiden tot ernstige fysiologische schade.

Soorten uit het geslacht Chalcopsitta, zoals de zwarte lori, geelstrepenlori en Duyvenbode’s lori, ontwikkelen deze problemen opvallend snel. Dat is ook bevestigd door onze ervaringen. Kroponderzoek bij wilde, overleden lori’s toont aan dat ze soms zachte zaden of insectenlarven eten, maar dan enkel bij een tekort aan nectar. Een uitzondering is de iris lori, een soort die vooral in de Verenigde Staten wordt gehouden. Deze vogels hebben een bek die geschikt is om zaden open te kraken, en ze hebben een lager energieverbruik. Toch blijft ook voor hen nectar onmisbaar.

Een goede nectarvoeding bevat voldoende vocht om de krop goed te vullen en vlot te verteren. Droge voeding vertraagt dit proces aanzienlijk. Een vogel die zijn stoelgang niet vlot kwijt raakt, kan last krijgen van een verstopping of zelfs een uitzakking. Dit vraagt onmiddellijke medische tussenkomst. Lori’s eten instinctief op basis van hun energiebehoeften. Ze beginnen ’s morgens meteen met eten tot ze verzadigd zijn, knabbelen en verkennen de rest van de dag, en nemen opnieuw een stevige maaltijd vlak voor zonsondergang. Buiten gehouden vogels passen hun eetgedrag aan aan het seizoen: in de zomer eten ze minder, in de winter meer. Tijdens het broedseizoen neemt de voedselopname weer toe.

Het is belangrijk dat nectar die langer dan vier tot zes uur blijft staan, wordt verwijderd. Nectar is suikerhoudend en bederft snel, zeker bij warme temperaturen. Sommige producenten gebruiken dit gegeven om droge voeding als veiliger te promoten, maar dat klopt niet. Het echte probleem is niet de nectar, maar slechte hygiëne of het geven van te grote hoeveelheden in één keer. Droge poeders veroorzaken op hun beurt ook besmetting: de vogel eet poeder, drinkt water, en eet opnieuw met een natte snavel, waardoor bacteriën zich gemakkelijk verspreiden.

De beste aanpak is voeren in kleine porties, tweemaal per dag. Een koppel lori’s van de blauwe bergen eet ongeveer één kommetje nectar per dag. Het is verstandig om dit op te splitsen in een helft ’s morgens en een helft in de namiddag. Wat na zes uur niet opgegeten is, moet verwijderd worden. De kommen moeten na elke voeding afgewassen worden, en vóór de volgende dag ook goed gedesinfecteerd worden.

Sommige kwekers laten voedsel ‘s nachts in de kooi uit angst dat de vogel honger zal hebben, maar dat is onnodig. Lori’s slapen ’s nachts en eten niet. Dat doen ze in de natuur ook niet. Laat dus geen fruit, poeder of nectar in de kooi staan: het bederft en vormt een risico voor de gezondheid.

Voor wie weinig tijd of zin heeft in dit onderhoud, is een lori misschien niet de juiste keuze. De commerciële voedingen zijn vandaag beter dan vroeger, maar het gemak van de verzorger mag nooit belangrijker worden dan de gezondheid van de vogel. In de beginperiode van de lori’s in Europa kregen veel vogels gewoon brood gedrenkt in melk met suiker – voeding die nu ondenkbaar zou zijn. Toch worden nog altijd fouten gemaakt.

Voor de echte liefhebber is het dagelijkse voeren geen last, maar een vanzelfsprekend onderdeel van de zorg. Wie een lori in huis neemt of ermee wil kweken, moet voorbereid zijn op gespecialiseerde voeding, vloeibare uitwerpselen, veel activiteit en vooral: heel veel eetlust. Een lori die stilzit en weinig eet, is een alarmsignaal.

Let bij het aanschaffen van een lori op tekenen van gezondheid: is de bek overgroeid of bleek? Zijn de nagels gekromd? Ziet de buik er gespannen of slap uit? Is de cloaca zuiver en droog? Zijn de veren glanzend en volledig? En vooral: wat krijgt de vogel te eten?

Een goed dieet, gecombineerd met de juiste verzorging, leidt tot wat elke kweker wil: gezonde, levendige en langlevende vogels.