De Zonparkiet
De zonparkiet, Latijnse benaming Aratinga Solstitialis, is een mooie vogel die bij onze kwekers stilaan meer en meer bekendheid krijgt.
Ze zijn overwegend geel met groen en blauw aan de vleugels en de staart.
Hij is ongeveer 30 cm groot en om het geslacht te herkennen is men genoodzaakt een DNA test te doen d.m.v. veertjes of de vogel endoscopisch bij de dierenarts te laten seksen.

Het zijn zeer luidruchtige vogels, vooral ’s morgens en ’s avonds. Indien men dus makkelijk last heeft met de buren, dan is deze vogel zeker geen aanrader.
Hun oorspronkelijk leefgebied situeert zich vooral in de drogere gebieden van Zuid-Amerika. Ook in een landbouwgebied, waar zij zich te goed kunnen doen aan de gewassen, voelen ze zich thuis.
Ze leven in groep, maar tijdens de broedperiode (van december tot maart) zonderen de paartjes zich af en broeden meestal in holle en afgestorven palmbomen.
Zonparkieten kunnen eventueel in kolonie gekweekt worden maar de vogels kunnen zich tijdens de broedperiode agressief gaan opstellen tegenover andere paren en zelfs tegenover de verzorger.
Het zijn heel goede vliegers en ze moeten dan ook kunnen beschikken over een vrij grote vlucht. Ze knagen graag en daarom is het aanbevolen om de volière te maken van metaal (aluminium) en een stevig gaas te gebruiken van 19 x 19 x 1.45 mm. Ook best is om tussen de volières een dubbele bedrading te voorzien.
Omdat ze nogal gevoelig zijn voor koude is het aan te raden een vorstvrije nachtruimte te voorzien.
Vermits ze in het broedblok slapen moet dit steeds in de voliere of het nachthok aanwezig blijven.
In de buitenvolière moet een afdak gemaakt worden zodat de vogels de keuze hebben om droog te zitten of in de regen te douchen.
De vloer wordt best gemaakt van beton, waar overheen zand, schelpen of iets anders kan gestrooid worden.
De bodembedekking in het nestblok moet bestaan uit een mengsel van potgrond en houtspaanders. Men kan ook nog een vermolmd stuk hout voorzien, dat door de vogels kapot geknaagd wordt om te dienen als bijkomend nestmateriaal.
Een eerste broedperiode begint meestal in maart. De pop legt 2 tot 5 eieren en broedt deze uit in ongeveer 23 dagen. Bij de geboorte zijn de jongen bedekt met lange witte dons. Na ongeveer 14 dagen kunnen ze geringd worden met ringmaat 6 mm.
De jongen blijven 7 tot 8 weken in het nest, waarna ze uitvliegen en nog ongeveer 3 weken door de ouders verder gevoerd worden.
Een goed koppel kan makkelijk meerdere broedsels per jaar hebben.
Zonparkieten zijn vogels die bijna alle planten eten. Bij de kweker wordt meestal een grove parkietenmengeling gegeven, verder aangevuld met kiemzaad, fruit, groenten en, zeker niet vergeten, eivoer. De verhouding zaad en andere voeding dient ongeveer 1 op 1 te zijn. Natuurlijk moeten ze ook kunnen beschikken over maagkiezel, oesterschelpen grit en elke dag vers water.
Toen wij onze zonparkieten aangeschaft hadden, hadden we ze voorzien van een nestblok volgens de algemene instructies 20 x 20 cm en 50 cm hoog met een invlieg gat van 7 cm. Op de bodem legden we houtspaanders en schavelingen.
De vogels gingen al snel over tot broeden, maar maakten wel het nestblok leeg.
Gevolg : een hoop schavelingen op de grond en eieren op de blote bodem.
Om de vogels niet te storen tijdens het broeden, lieten we ze gerust, met de gedachte dat niet alles uit het nestblok verwijderd was.
Natuurlijk kwamen we na een paar dagen tot de ontdekking dat de pop niet verder broedde omdat de eieren afgestorven waren. Ze waren heel koud aan de onderkant.
We hebben dan een vrij grote blok opgehangen met een schuine zijde. Hierdoor kregen de vogels de schavelingen niet meer uit het blok.
Ze gingen terug over tot broeden en het resultaat was, 4 mooie jongen.

Omdat het zo mooie vogels zijn, hebben we besloten om nog 2 koppeltjes aan te schaffen. Dan kunnen we natuurlijk ook makkelijker niet verwante jonge vogels aanbieden.
Het oudere koppel krijgt een plaats in een nieuwe volière buiten met een super geïsoleerd nachthok en de 2 andere vogels worden gehuisvest in grote volières op zolder (wel met voldoende lichtinval).
Op dit ogenblik is er veel vraag naar tamme zonparkieten omdat het hele mooie vogels zijn, maar ook omdat ze super lief zijn als ze tam zijn.
Omdat onze vogels bij mijn verschijnen meteen het nestblok in duiken, was het voor mij niet mogelijk om foto’s te maken. Ik heb dan maar foto’s genomen van het internet. Hopelijk wordt mij dit niet kwalijk genomen. Mijn excuses ervoor.
ZONPARKIETJES
De zonparkiet (Aratinga Solstitialis) is een parkiet uit Zuid-Amerika. In de natuur, mede door het uitvangen voor de handel in volièrevogels, staan ze aangeschreven als met uitsterven bedreigd. Ze hebben een beperkt verspreidingsgebied en hun aantal wordt geschat op slechts 1000 tot 2500 volwassen individuen. Ze staan op de lijst aangeduid als een CITES II (B) vogel.
Met zonparkietjes kan gemakkelijk gekweekt worden en ze liggen ook goed in prijs. Daarom is de vraag naar zonparkieten op dit ogenblik enorm groot.
Wij hebben sinds dit jaar 7 koppeltjes. Die worden gehouden in draadkooien van 130 x 60 en 60 hoog. Omdat ze nogal luidruchtig zijn hebben we de draadkooien geplaatst op zolder, zodat ze niet voortdurend gaan lawaai maken als je voorbij de kooi komt.
Deze draadkooien staan op een metalen bok op een hoogte van ongeveer 90 cm. Hun vuil valt er gewoon doorheen en het is dus gemakkelijk om onder de kooien te poetsen. Bovendien zitten de vogels op die manier niet in hun eigen vuil. Muizen en ratten kunnen er niet bij.
Aan de ene kant van de kooi hebben we een draaiplateau met 3 bakken: 1 voor zaad, 1 voor eigeel en een ander voor fruit of groenten. Aan de andere kant van de kooi hangen de nestblokken, zodat nestcontrole gemakkelijk is zonder de vogels te moeten storen.
In 2020 hebben wij uit 4 kweekkoppeltjes 27 jongen gekweekt; gemiddeld 2 nestjes per koppel. En dat is voldoende, anders raken de vogels uitgeput.
In een vorige nieuwsbrief werd reeds geschreven hoe je het beste kweekt met zonparkieten en met aratinga’s in het algemeen. Het zijn nestslapers en de enige manier om ze te doen stoppen met kweken is dus hun voeding gaan beperken. Als men opnieuw overgaat tot kweken wordt van de ene dag op de andere de voeding heel erg verrijkt met fruit, groenten en gekiemde zaden.
Over het algemeen gaan zonparkieten heel goed broeden en zijn het ook goede ouders. Echter bij één koppel hebben we een probleem, en laat dit nu juist het koppel zijn dat de mooiste jongen voortbrengt, met reeds veel geel voor de jeugdrui.
Gemiddeld heeft dit koppel 3 eieren en meestal allemaal bevrucht. De jongen worden normaal geboren en dan begint de pret. De ouders voeren de jongen gedurende de eerste 3 dagen en dan laten ze hen één voor één sterven. Gewoonlijk kan ik nog wel één jong redden door handopfok, maar 2 overleven het nooit. De ouders blijven ook nooit lang op het nest als de jongen geboren zijn.
Bij de eerste keren dat het gebeurde dachten we dat de jongen omgekomen waren door de kou. Een pasgeboren vogel die het koud krijgt, reageert niet meer als de ouders met voedsel komen. De ouders denken dan dat het jong dood is en stoppen met voeren.
We hebben dan verwarmingsplaatjes aangebracht aan de zijkant van het nestblok zodat er toch een aangename temperatuur binnen in het blok bleef als de ouders het nest verlieten.
Daar dit niet hielp en de jongen bleven sterven gingen we verder zoeken.
De eerste dagen na de geboorte wordt een jong gevoerd met kropmelk. En laat dit nu juist het probleem zijn. Deze ouders lijken geen kropmelk aan te maken. Ze proppen de jongen vol met volledige zaden. Het jong krijgt dit nog niet verteerd en sterft met een volle krop.
Nu we dit weten hebben we natuurlijk een paar mogelijkheden.
- We kunnen de jongen vlak na de geboorte bij in een nestje leggen van een ander koppel. Zij brengen dat wel mee groot met hun eigen jongen, maar dan moet je natuurlijk een nestje hebben waar de jongen ongeveer even oud zijn.
- Je kan de eitjes onder een andere soort vogel (kakariki) leggen. Die brengen de jongen ook groot, maar dan moet die kakariki ook eerst met eitjes liggen.
- Je kan de jongen vlak na de geboorte weghalen en overgaan op handopfok (de eerste 5 dagen met kropmelk en daarna een gewone pap), en dat is dan ook wat we meestal. Dit is echter niet evident, omdat deze jongen zo klein zijn en heel gemakkelijk kropverzuring krijgen. Toch gaan we dit in de toekomst zeker altijd proberen.
Een zonparkietje dat met de hand groot gebracht werd is de ideale huiskamervogel. Bijten doen ze niet gauw. Ze houden van kroelen, vragen veel aandacht en willen gewoon altijd bij je zijn. Ze kruipen graag onder je kleren en gaan dan daar lekker warm liggen slapen.
Houd er rekening mee dat een zonparkiet heel speels is en graag knaagt. Pas dus op voor de meubels.
Hun poepjes zijn klein en gemakkelijk te verwijderen. Je gaat dus niet meteen een huis vol vogelpoep krijgen.
Verwacht niet dat een zonparkiet gaat praten, ze brabbelen wel wat maar dit is meestal niet verstaanbaar.